Wie is Morris?

Maurice De Bevere, beter bekend als “Morris”, is een Belgische striptekenaar en scenarioschrijver geboren in 1923.

Morris, oktober 1989 – Foto Antonio Leaf

Hij bedenkt “Lucky Luke” in 1946, gevolgd door “Rataplan” in 1987. In 1990 richt hij de uitgeverij Lucky Productions op om zijn werk te promoten. In 1992 ontvangt hij de ereprijs ter gelegenheid van het 20-jarig jubileum van het Internationaal Stripfestival van Angoulême. In 1998 wordt hij tot officier van de Orde van de Kunsten en Letteren benoemd. Morris overlijdt in 2001, op 77-jarige leeftijd.

Maurice De Bevere, alias “Morris”, één van de grondleggers van het stripverhaal, werd geboren in Kortrijk op 1 december 1923. Na het behalen van zijn bachelorsdiploma en een hogere opleiding in de rechten volgt hij tekenlessen bij Jean Image, waar hij eveneens de animatietechniek leert. Kort daarna gaat hij aan de slag bij de Belgische Nieuwsmaatschappij, een animatiestudio waar hij André Franquin, Eddy Paape en Peyo ontmoet.

In 1945 krijgt hij de opdracht om “Le Moustique” te illustreren; hij zal maar liefst 250 covers voor deze humoristische krant maken. In deze periode besluit hij het pseudoniem Morris te kiezen voor het schrijven en tekenen van de eerste avonturen van Lucky Luke. Deze verschijnen voor het eerst – onder de titel “Arizona 1880” – in de ‘Almanach Spirou 1947’.

Lucky Luke – de eenzame cowboy met een groot hart en de onwrikbare doch sympathieke verdediger van het goede – wordt vergezeld door zijn onmisbaar paard, de wijze Jolly Jumper, en de domste hond van het Westen, Rataplan. Rond hen heen creëert Morris een hele reeks pittoreske personages waaronder enkele grote figuren uit het Amerikaanse Westen: de vier Dalton-broers, dom en gemeen, Billy the Kid, rechter Roy Bean, Calamity Jane, evenals andere historische persoonlijkheden, zoals de beroemde actrice Sarah Bernhardt.

“Lucky Luke” neemt al snel één van de topplaatsen in de internationale stripwereld in, dit dankzij de eenvoudige, expressieve en uiterst effectieve stijl van zijn maker.

Tussen 1948 en 1955 reist Morris door de Verenigde Staten met zijn vrienden Franquin en Jijé (Joseph Gillain). Daar ontmoet hij de specialisten van de parodie strips van het tijdschrift ‘Mad’: Harvey Kurtzman, Jack Davis en Wallace Wood. In New York ontmoet hij René Goscinny, die hij als scenarioschrijver aanstelt bij zijn terugkeer naar Europa. Deze twee grote namen van de negende kunst zullen met passie samenwerken tot het overlijden van Goscinny in 1977. Een twintigtal scenarioschrijvers zal daarna Morris ondersteunen. De avonturen van Lucky Luke omvatten intussen bijna 90 albums, vertaald in zo’n dertig talen en gedrukt in honderden miljoenen exemplaren.

Morris heeft een verwoede passie voor cinema; in 1971, met de medewerking van Goscinny, Pierre Tchernia en componist Claude Bolling creëert hij het eerste audiovisuele werk van Lucky Luke met de speelfilm “Daisy Town” (studio Belvision, Brussel).

Er volgen nog andere speelfilms: “La Ballade des Dalton” (studio Idéfix, Parijs), in 1978, en “Les Dalton en cavale” (Hanna-Barbera Productions, Los Angeles), in 1983. In 1984 wordt er een serie van 26 tekenfilms van zesentwintig minuten geproduceerd voor televisie, gebaseerd op de albums van “Lucky Luke”, door Gaumont, Hanna-Barbera en France 3. In 1991 brengen Dargaud Films, IDDH en France 3 een tweede serie van 26 afleveringen uit, terwijl Terence Hill de eenzame cowboy in tien films speelt.

De toenemende bekendheid van “Lucky Luke” leidt tot de productie van steeds meer merchandise: knuffels, puzzels, speelgoed, kleding, schoenen, schoolbenodigdheden, horloges, beeldjes… Samen met de personages uit zijn universum, Rataplan en de Daltons, komt Lucky Luke vaak in het middelpunt van reclamecampagnes, productlijnen en multimediabewerkingen.

In 1987 creëert Morris “Rataplan”, een serie waarvan de eerste afleveringen zijn geschreven door Jean Léturgie en Xavier Fauche. In 1990 richt hij Lucky Productions op, later overgegaan in Lucky Comics, een samenwerking met de uitgeverij Dargaud.

Morris heeft talloze onderscheidingen ontvangen, maar is vooral trots op de medaille die de Wereldgezondheidsorganisatie hem in 1988 in Genève uitreikt, omdat hij Lucky Luke van zijn eeuwige sigaret heeft ontdaan.

Een andere uitzonderlijke eer: op 27 juni 1992 ontvangt hij de ereprijs op het 20-jarig jubileum van het Internationaal Stripfestival van Angoulême. Een erkenning van zijn collega’s. Het is dan ook heel voor de hand liggend dat hij in 1996 het voorzitterschap op zich neemt van de internationale evenementen ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de strip, bovenal omdat hij, als een volmaakte polyglot, zich in minstens zeven talen vlot kan uitdrukken.

De vijftigste verjaardag van Lucky Luke wordt in Frankrijk, België, Zwitserland, Duitsland, Portugal en de Scandinavische landen gevierd met talloze evenementen die hun hoogtepunt bereiken in Parijs op 10 september 1997: exact vijftig jaar na de dag dat Morris de iconische tekening maakte van de “lonesome cowboy” die wegloopt naar de ondergaande zon.

Op 20 oktober 1998 benoemt de Franse minister van Cultuur en Communicatie Morris tot officier van de Orde van de Kunsten en Letteren.

Vergeet ook niet dat de benaming “negende kunst” voor stripverhalen van hem afkomstig is, evenals de uitdrukking “sneller dan zijn schaduw”, die tegenwoordig in de spreektaal is opgenomen.

Morris overlijdt op 77-jarige leeftijd op 16 juli 2001.